Tijdens een koude winter wordt Hee-tae gediagnosticeerd als ongeneeslijk ziek. Hij ontvangt een brief van zijn ex-vrouw, die van hem scheidde en tien jaar geleden vertrok. Ze wil dat de naam van Min-sang voor hun zoon, die Hee-tae nooit heeft gezien, wordt geregistreerd onder Hee-tae's familieregister voor een stabiel leven.