Een kanarie, een hond, een kat, zelfs een vis. Het jonge koppel in dienst van het huisdierencrematorium haalt ze allemaal op. Zij prevelt een paar formules over formulieren die ondertekend moeten worden in deze moeilijke tijd en as die binnen 24 uur wordt terugbezorgd. Hij verpakt het overleden dier in een deken en legt het achter in de jeep. De rest van de dag spreken ze amper. Ze rijden door een postapocalyptisch landschap aan de slordige rand van een industriestad. Ze vrijen, zwemmen en verbazen zich over de grote aantallen dode dieren langs de kant van de weg. Als ze onderweg een zwerfhond aanrijden, raakt hun relatie uit balans. Het universum is zijn evenwicht verloren.