De mooie onschuldige Angélique wordt uitgehuwelijkt aan de rijke graaf Peyrac. Onder diens weerzinwekkende uiterlijk gaan intelligentie en humor schuil die haar hart veroveren. Maar een duister geheim hangt over hun sprookjeshuwelijk: een groep edelen, die Angélique hoorde samenzweren tegen de monarchie, is tot alles bereid om haar uit te schakelen. Angélique wordt beschermd door de liefde en de macht van Peyrac, maar de edelmannen beschuldigen hem van tovanerij en hij belandt op de brandstapel. Angélique verliest haar titel en rijkdom. Aan het hoofd van een bende bedelaars, dieven en prostituees vecht ze voor haar twee kinderen en voor gerechtigheid, ook al leidt dit onvermijdelijk tot een conflict met de Zonnekoning, Lodewijk XIV.