Het tweede deel van de trilogie, waarin ons door de ogen van Jamie een blik wordt gegund in de vreemde wereld van de grote mensen. Jamie en Tommy (die nu zijn neefje blijkt te zijn) zijn na de dood van hun grootmoeder alleen. Als mensen van de kinderbescherming hem komen ophalen, weet hij te ontsnappen en hij vindt onderdak bij zijn grootmoeder van vaderszijde en een oom. De oude vrouw laat hem liever blijven dan hem over te dragen aan de kinderbeschermers, hoewel ze hem niet mag en ook geen moment onbenut laat om hem er op te wijzen dat zijn moeder het leven van haar zoon verruïneerd heeft. Deze geliefde zoon -Jamie realiseert zich nu dat dit zijn vader is- woont in het huis ernaast met een andere vrouw, Agnes, en een andere zoon.